Vier topacteurs in een nieuwe komedie over een theatercollectief
De schoonheid van het schutteren van de mens
De komedie weer op de kaart zetten, dat willen acteurs Jacqueline Blom, Mark Rietman, Annick Boer en Dick van den Toorn. Don Duyns schreef daarom Wat moeten we met Maartje?, een schrijnende komedie over de vriendschap binnen een theatercollectief. De regie is in handen van Pieter Kramer.
De eerste publieksreacties op de nieuwe komedie Wat moeten we met Maartje? zijn binnen. ‘Ze spelen echt fantastisch samen. Ik vond het een heerlijke voorstelling.’ En: ‘Wat waren de acteurs leuk samen zeg. Heerlijk om naar te kijken!’ Acteurs Jacqueline Blom (64) en Mark Rietman (64) halen opgelucht adem. Als je zolang in het repetitielokaal hebt doorgebracht, snak je naar publiek in de zaal. Zeker bij een komedie, waar je van de lach afhankelijk bent. Jacqueline: ‘Je moet eigenlijk meteen de zaal pakken en zorgen dat ze met je meegaan in het stuk.’ Mark: ‘Daarom is komedie spelen misschien wel moeilijker dan tragedie spelen. Je moet het heel serieus nemen.’ Jacqueline: ‘In Wat moeten we met Maartje? doen we het echt met zijn vieren, Dick van den Toorn en Annick Boer zijn de andere acteurs. Ik hoor van mensen dat we alle vier heel verschillend zijn.’ Mark valt meteen bij: ‘Dat is ook zo en dat is juist heel leuk. We komen allemaal uit heel verschillende hoeken.’
Absurde scènes
De schrijnende komedie Wat moeten we met Maartje? gaat over een clubje toneelspelers dat door het land reist. Ze hangen net tegen het professionele circuit aan. Ze zijn ook al jaren met elkaar bevriend. Ineens kondigt een van de leden, Maartje, aan dat ze ongeneeslijk ziek is. En dat ze het er verder ook niet meer over wil hebben. ‘Maar daar zit meteen het probleem.’ Jacqueline, die Maartje speelt in de voorstelling, kijkt een beetje bedenkelijk. ‘Ik heb het idee dat als mensen verwachten dat het stuk over de dood gaat, ze misschien denken: daar heb ik helemaal geen zin in. Terwijl het juist een heel komisch verhaal is!’ Mark beaamt dat onmiddellijk: ‘Er zitten heel veel absurde scènes in dat gegeven. Ziekte en dood zijn een goed krachtenveld voor komedie, omdat het ook schuurt en ongemakkelijke situaties oplevert, waarin veel grappen zitten.’
Toneelspelen vieren
De leden van het theatercollectief spelen vooral (niet bestaande) ‘klassiekers’, waar de geoefende toneelkenner een Shakespeare of een Tsjechov in kan herkennen. Vooral Het Tuimelraam hebben de vrienden vaak gespeeld, met een glansrol voor Maartje. Nu zij heeft aangekondigd dat ze niet meer beter wordt, gooit ze tegelijkertijd haar grootste wens op tafel: ik wil sterven op het toneel. Mark Rietman: ‘Je ziet in het stuk scènes uit al die toneelstukken die ze op hun repertoire hebben. Het is een extra ingrediënt als het ware, waarin wij, de vier acteurs die dit spelen, ook het vak van toneelspelen vieren. Daarnaast zie je de neerval van Maartje, plus de idiote reacties van haar omgeving.’ Jacqueline Blom: ‘Ik denk dat de dood nog steeds een taboe is, we weten niet goed hoe we erover moeten praten en je hebt het gevoel dat je altijd tekortschiet. Maartje wil het er niet over hebben en ze wil niet dat anderen weten dat ze ziek is. Maar zo’n wens is ook heel megalomaan en egocentrisch natuurlijk, zonder dat zij rekening houdt met haar omgeving. Die heeft het maar te doen met haar boodschap en verlangen.’
Hechte club
Het theatercollectief bestaat uit vier leden, die allemaal zo hun eigen talent hebben. Of denken te hebben... Mark: ‘Ik speel Nico, een van de leden. Ik voel me een beetje de voorzitter van de club, ik leid de vergaderingen, zorg dat de boekhouding op orde is en dat er koffie en thee is als we repeteren. Nico stelt ook de prangende kwestie aan de orde, die in de lucht hangt: moeten we niet eens uit elkaar? We zijn vanuit groot idealisme begonnen, maar zoals dat altijd gaat met de jaren: dat verwatert een beetje. Daardoor zijn we meer vier individuen bij elkaar dan nog een hechte club. En op dat moment…’ Jacqueline breekt in: ‘Dan komt Maartje, die ik speel, met de mededeling dat ze door wil tot ze er niet meer is. Maartje denkt zelf dat ze een steractrice is, de leading lady van de club, die de dragende rollen speelt.’ Mark: ‘Ik geloof niet dat we alle vier heel veel leven naast dit theatercollectief hebben, het is het enige dat we hebben.’
Elk stuk een andere regisseur
Voor professionele acteurs is het misschien een uitdaging, want hoe acteer je in een semiprofessioneel toneelstuk? Mark met twinkelende ogen: ‘Goeie vraag. Dat is nog best lastig, want je bent van jezelf heel goed.’ Hij barst in lachen uit, samen met Jacqueline. Mark vervolgt: ‘Het is ook een beetje: wie heeft het geregisseerd, hoe zijn alle personages neergezet. We suggereren dat er bij de toneelstukken van het collectief elke keer een andere regisseur het voor het zeggen heeft gehad.’ Jacqueline: ‘Daar maken we vervolgens ook ruzie over. Als een van ons dan zegt: “Maar die regisseur zei dat ik het zo moest doen.” Zegt een ander rustig: “Nou, tegen mij zei ze iets heel anders.” Het is voor ons heel leuk dat we van rol naar rol en van stuk naar stuk rollen.’
Komische smaak
Omdat er in Wat moeten we met Maartje? veel toneelstukken uit het repertoire van het theatercollectief aan bod komen, ziet het publiek de vier vrienden in de kleedkamer, op het toneel en in de (doorzichtige) coulissen – de doeken die naast het podium hangen en waar de acteurs staan te wachten voordat ze op moeten. Ook zien we het toneel met het werklicht aan, zoals dat heet, als het publiek nog niet in de zaal zit. Mark: ‘En er zitten veel verkledingen in, omdat we in zo veel verschillende stukken spelen. Daarom hebben we ook veel moeilijke gesprekken terwijl we toevallig net in ons onderbroek staan.’
Dat het stuk zo schrijnend en komisch tegelijk is, komt ook door schrijver Don Duyns en regisseur Pieter Kramer. Het duo is bekend geworden met hilarische (familie)voorstellingen als De gelaarsde poes, Lang en gelukkig en Wolfgang, het wonderjong. Jacqueline heeft vaker met Pieter als regisseur gewerkt: ‘Wat ik zo leuk vind aan zijn stijl is dat hij vaak zoekt naar iets wat net een beetje scheef hangt, daar ziet hij juist schoonheid in.’ Mark werkte nog niet eerder Pieter, maar kent hem van zijn voorstellingen: ‘Ik vertrouw helemaal op zijn komische smaak.’
Buiten je comfortzone
Jacqueline Blom en Mark Rietman speelden eerder, ook met actrice en cabaretière Annick Boer, in de voorstelling Familiespel over de vakantieperikelen rondom een samengesteld gezin. Dit keer voegt acteur Dick van den Toorn zich bij hen. Mark vindt het geweldig om met deze acteurs op het toneel te staan: ‘Je bent als acteur je eigen instrument waar je het mee moet doen. En dat heeft zijn grenzen, wat tegelijkertijd ook een beetje frustrerend is. Dan denk ik: Waarom kan ik het nou niet zo spelen zoals Jacqueline het doet? Terwijl het is het leukste als je daarin wordt uitgedaagd, bijvoorbeeld door een regisseur of collega waar je nog niet eerder mee gewerkt hebt. Want acteurs willen ook graag in beweging blijven.’ Jacqueline knikt: ‘Dat zoek je op door met veel verschillende mensen samen te werken. Dan kun je niet in je comfortzone blijven zitten.’
Kans op verdieping
De acteurs zijn blij met de balans in Wat moeten we met Maartje? Ondanks het ogenschijnlijk ‘moeilijke’ onderwerp van de aangekondigde dood, zit er heel veel humor in het stuk. Mark: ‘Het is om te lachen, maar je raakt ook ontroerd.’ ‘Ja,’ zegt Jacqueline, ‘het gaat over het onvermogen van de mens en het is troostrijk om met erbarmen naar het stuntelen van de mens de kijken. De mededeling van Maartje zou een mooi moment kunnen zijn, een kans voor die vier om hun relatie te verdiepen en toenadering tot elkaar te zoeken. Maar omdat zij er meteen een slot op gooit door het er nooit over willen hebben, schutteren die andere drie eromheen.’ Mark lachend: ‘En daarnaast hebben ze ook nog hun eigen dramatische aard, omdat het acteurs zijn.’ Jacqueline: ‘Aan het eind komt er een soort mildheid, dat kunnen we wel verklappen. Maar of Maartjes wens om tot het einde door te spelen uitkomt? Dan moet je toch echt komen kijken.’